Het gebouw
Het oorspronkelijke bouwwerk is rond de 15e eeuw verbouwd tot eenbeukige kerk. Kort daarna volgde een verbouwing tot de huidige vorm. De toren had vroeger drie omlopen. De bouwstijl wordt Hollandse Gotiek genoemd.
Reformatie
De beeldenstorm is Montfoort voorbij gegaan. Wel is de kerk op last van Gedeputeerde Staten van Utrecht gezuiverd van beelden en altaren. Eén beeld is in een gracht terecht gekomen (Onze lieve Vrouwegracht) en siert thans de RK kerk.
De hervorming van Montfoort is van bovenaf opgelegd. Pas in 1583 werd de eerste predikant benoemd.
Kerkbrand
Op 28 maart 1629 sloeg de bliksem in de toren van de kerk. De vonkenregen viel over kerk en stad. De kerk werd in de as gelegd en 72 woningen ondergingen hetzelfde lot.
Ook verbrandden er 13 hooibergen, 2 oliemolens, 6 boerderijen, 6 bakhuizen en schuren.
De schade aan de kerk was enorm: klokken, uurwerk, orgel, koperen kronen, dak, balken, stoelen, banken, gebrandschilderde glazen, alles was verbrand.
Mede door verkoop van kerkelijke goederen, gedwongen belastingen en overheidssubsidies werd de herbouw/restauratie gestart. Als u in de kerk omhoog kijkt ziet u bovenaan de pilaren de brandschade aan het siergesteente.
Kansel
De kansel is gemaakt door Jan Oudhuizen en dateert uit 1670. De kansel wordt gedragen door vier arenden. Kosten f.100,- Waarschijnlijk heeft Jan Oudhuizen ook het doophek gemaakt.
De oude Statenbijbel is helaas enkele jaren geleden gestolen.
Het schot
Het koor van de kerk is afgescheiden van het schip. De oorzaak ligt in het feit dat de R.K. bevolking mede aanspraak maakte op de kerk. De kerk was van hogerhand toegewezen aan de hervormden. De rooms katholieken wensten echter in de grote kerk te kerken omdat hun eigen kerk veel te klein was en het aantal gereformeerden maar gering was 300 tegen 1760 leden.
Voorstel was de kerk in tweeën te delen d.m.v. een muur. Het koor voor de hervormden en het schip voor de roomse gemeenschap.
In 1810 werd besloten (koninklijk besluit) de grote kerk definitief toe te wijzen aan de hervormden en de RK hun eigen kerk te laten behouden. (echter, het schot was gedeeltelijk al geplaatst. De afsluiting is pas in 1868 voltooid)
Tijdens de restauratie van de dorpskerk in Linschoten bleek aldaar de koorafscheiding na de restauratie overbodig, en men besloot het product (geschilderd omstreeks 1828) aan Montfoort te slijten. Onze eigen wetborden hangen nu in Linschoten. Uiteraard doet het schot aan de bouw van de kerk geen recht, en verstoort de harmonie in de bouwstijl.
Toegangsdeur noordkant
De houtverbindingen zijn in de vorm van mensenhoofden en vissen gemaakt. (deze deuren dateren nog uit de tijd van voor de grote kerkbrand)
De hoofden
Centraal in de kerk (kruis) ziet men bovenin de kerk gebeeldhouwde hoofden. De hoofden stellen waarschijnlijk de vier evangelisten voor, volgens anderen vier burgemeesters van Montfoort.
Pilaren
De pilaren zijn van het Brabantse type, de beschadigingen van het sierwerk (bladeren) is een gevolg van de kerkbrand in 1629
Lezenaar op het doophek
Deze dateert van 1725 en wordt heden ten dage nog door de voorlezer in de kerkdiensten gebruikt.
Klokken
Voorheen hingen er in de kerktoren 3 klokken. De eerste (toonhoogte d1) is nog aanwezig (met wapens van de van Merode, Barbacon en Sas) (1630) De tweede klok uit dezelfde tijd was gebarsten en 100 jaar buiten gebruik geweest In 1913 is deze verkocht om er een nieuw uurwerk van te betalen. De bel woog 1500 kg. De derde klok (850 kg) is hergoten in 1927 maar door de Duitsers meegevoerd.
Kerkzegel
Het is niet meer te achterhalen van welk jaar het kerkzegel dateert. Het zegel stelt een kasteel voor met daarboven de naam Jahweh Eronder staat: De Naam des Heeren is een sterke toren. Denk dan even aan Montfoort (Mont fortis= onze burcht), dan is de herkomst geen vraag meer. (zie het afgedrukte kerkzegel)
Grafzerken
In de gehele kerk vinden we grafzerken. De oude gewoonte om in de kerk te begraven is ook hier gebruikt. Later werd het kerkhof rond de kerk in gebruik genomen.(inmiddels kerkplein) De beenderenbakken(buiten tussen de steunberen ingemetseld) herinneren hier nog aan. Men werd begraven met het hoofd naar het westen, in afwachting van de wederkomst des Heeren zodat, als Hij komt, zij Hem direct zien. In 1827 werd het begraven in de kerk verboden door koning Willem I, zodat het kerkhof(voorheen boomgaard van het weeshuis)aan de Julianalaan in gebruik is genomen.Voortaan had het kerkvolk geen last meer van “rijke stinkerds”die voor in de kerk begraven lagen. In 1758 is de kerkvloer een meter verhoogd, zodat oude grafzerken van voor die tijd niet meer zichtbaar zijn. Zeshonderd nieuwe (arduin)stenen zijn toen in de kerk gelegd. In het koor bevindt zich een grafkelder van oud-burgemeester De Pool. De kelder is van buiten af bereikbaar. De ingang is dichtgemetseld. In de hele kerk liggen zerken met namen. Bij de orgeltrap liggen o.a. zerken van de Schinckels. Eén ervan is de bekende martelaar, die om des geloofswille verbrand is. Zijn as werd later in de kerk begraven.